Compositie regels


Compositie gaat over hoe je het indeling van je beeld bepaalt en wat je wel of niet laat zien. Dit is de kern van fotograferen. Per genre zie je vaak stijlkenmerken terugkomen in composities. Er zijn ook bepaalde regels die behoorlijk consistent je foto’s krachtig kunnen maken door de aandacht op je onderwerp te vestigen of door bepaalde verbanden te bevestigen. Vaak zit de kunst niet alleen in het moment zien, maar je camera op de juiste plek te krijgen. Er zijn zeker situaties waarin je ‘blind’ je compositie moet bepalen door bijvoorbeeld domweg je camera op een plek te houden waarbij je denkt een interessant beeld te kunnen krijgen.

Bij het maken van je compositie moet je nadenken over wat het beste gaat werken voor het beeld die je wil maken en het verhaal wat je daarin communiceert. Je compositie leidt de oog door de foto en stuurt het naar de belangrijkste punten en verhoudingen. Elementen die niet toedoen in je beeld kan je hierdoor buiten beschouwing laten vallen door een sterke compositie neer te bepalen die je toeschouwer dwingt om naar jou onderwerp te kijken.

Om je compositie vloeiend en visueel aantrekkelijk te maken kan je gebruik maken van compositielijnen. Door deze lijnen als leidraad te houden voor de plaatsing van beeldelementen in je foto kan je spanning in beeld brengen terwijl de foto nog steeds in balans blijft.

Centrale compositie: Dit is een compositie waarbij je onderwerp in het midden van de foto staat.

De muzikant is centraal in het beeld geplaatst, de achtergrond vormt meer een decor wat hem ondersteunt in plaats van dat hij er een gelijkwaardig onderdeel van is.

Diagonale composite: Bij deze compositie volg je onderwerp het centrale diagonale lijn van je foto.

De verloop van de tak naar het model en het beeld uit via haar achterste arm leidt je het hele beeld door. De diagonaal trekt je naar het midden toe en geleidt je zo het beeld in.

S-curve: Bij de S-curve compositie wordt je zicht geleidt door een krommende ’s’ vorm door het beeld. Het beeldelement die de ’s’ vormt is niet per se je onderwerp, maar kan er juist naar toe leiden. Dit is een compositie-methode om de kijkwijze te beïnvloeden.

De sjaal gaat zigzaggend het beeld door en samen met het verloop in licht vormt het het beeld.

Rule of thirds: De meest bekende is de regel der derden. Hierbij wordt de foto in derden verdeeld, zowel horizontaal als verticaal. Je onderwerp wordt op een van de derden uitgelijnd.

Gulden snede: Een klassiek compositie-/ ontwerpprincipe dat gebruikt kan worden voor een wat complexere beeldverhouding dan de regel der derden. De basis van deze compositie techniek is een wiskundige formule.

kip, kont, gouden ei?
De verhouding loopt via de snede.

Driehoekscompositie: Dit is een lossere compositietechniek waarbij beeldelementen in driehoeksverhoudingen worden geplaatst.

Geometrische compositie: Naast driehoek zijn eigenlijk alle geometrische vormen toe te passen in een compositie, driehoek compositie is wel het meest voorkomende.

All Over: Bij een all over compositie wordt er eigenlijk geen vaste regel aangehouden. Je beeldelementen lopen door elkaar heen waardoor er meerdere focus punten ontstaan. Zo kunnen er meerdere onderwerpen tegelijk ook in beeld gebracht worden.

Zichtlijnen: Door gesuggereerde zichtlijnen kunnen bestaande compositie lijnen versterkt worden. Zichtlijnen zijn afhankelijk van de richting waar je onderwerp naar toe kijkt.

(A-)symmetrisch: Je kan je compositie zowel symmetrisch als asymmetrisch opbouwen. Bij symmetrische compositie wordt aan beide helften van je foto op een soortgelijke manier je beeldelementen neergezet. Bij asymmetrisch ligt er een veel grotere nadruk op een kant van je foto.

Oneven Regel: Als je groeperingen in je foto hebt, zal de enkeling of de afgezonderde kleine groep eerder opvallen dan de grote groep. Zo is de jongen die als enige die richting de camera staat opvallend in de menigte.

Frame in Frame: Bij frame in frame compositie heb je nog een aparte tweede kadrering in je foto. Je kan hierbij denken aan een deurpost, spiegel, raam of een andere soort uitsnede die je onderwerp scheidt van de rest van je foto.