Florian Koch is een fotograaf die op een interessante manier uitkwam bij zijn apparatuur keuze. Een bundeling van frustratie en de mentaliteit van een theoretische fysicus hebben hem geleid naar digitale middenformaat camera’s. Hij neemt ons mee in deze technologische tocht en onthult een interessante mogelijkheid en tegelijkertijd treurige waarheid over dergelijke camera’s.
Wat is het verhaal van hoe je naar midden formaat toe bent gekomen?
Ik ben nooit een professionele fotograaf geweest. Beroepsmatig ben ik een theoretische fysicus. Wat betreft fotografie, het is een stereotype verhaal; ik kreeg van mijn vader een camera. We woonden toe nog in Frankrijk en bij een familie uitje naar Loire, daar war al die mooie kastelen zijn, gaf mijn vader mij op een avond een camera met een rolletje verse film erin. We spendeerden die avond langs de rivierkant terwijl hij mij uitlegde hoe het werkten. Sinds dat moment, ik was toen elf jaar, ben ik blijven fotograferen. Ik gaf zelf lessen over fotografie toen ik op het middelbare school zat waar ik uitlegde hoe je moest ontwikkelen. Ik nam die kinderen mee in de namiddag naar buiten en ze kregen mijn camera mee met een rolletje zwart wit film, schoten voor ongeveer twintig minuten in de rondte en daarna gingen we de doka in om de film te ontwikkelen. Ik deed dit jaren lang en hierdoor werd ik ook ingehuurd voor allerlei klusjes op school zoals het eindjaar foto’s te maken voor de meisjes. Maar na het middelbare verloor het een beetje mijn interesse en raakte het wat op de achtergrond. In het begin van de jaren 2000 herbloeide het. Ik had de fotografische markt niet echt gevolgd tot ik op een bepaald punt merkte dat er digitale camera’s waren verschenen en vanaf dat moment was ik weer verkocht. Ik zag een kleine compact camera die ik graag wou hebben, maar ik was toen bezig met mijn PhD en leefde van 600 euro per maand in München. Dat is best moeilijk, dus die camera bleef liggen. Op het moment dat ik wel geld verdiende heb ik een Leica gekocht, een M8 en niet veel later een M9. Dat was mijn entree in het M-systeem en het was ook mijn eerste echte digitale camera. Echter was dit ook het begin van een grote frustratie omdat ik niet tevreden was met het resultaat en tegen veel problemen aan liep. Ik kwam toen achter dat er veel dingen waren die ik moest leren waar ik me nog niet bewust van was. De frustratie was zo erg dat ik fotografie bijna opgaf. Dit was rond 2011 en ik was het echt zat. Ik ging zoals gewoonlijk de straat op om foto’s te maken, net als wat ik als kind en tiener deed. Ze waren alleen allemaal onbruikbaar. Het was puur harde schijf vulling. Ik kon niet uitdrukken wat ik wou. Dit was het moment dat ik besefte dat ik een maker was en geen toeschouwer. Tegelijkertijd was ik niet zeker over wat ik wou uitdrukken. Wat ik wel wist was dat de beste plaats voor mij in de studio is. Daar kan ik mijn eigen werelden maken, mijn eigen betekenis creeeren. Ik moest ook over de taal van fotografie leren. Straatfotografie is waarschijnlijk de moeilijkste manier om dat te leren, want je hebt absoluut geen controle over wat dan ook. Je moet de de dynamiek van de situatie leren en begrijpen om te kunnen bepalen wanneer je de foto moet maken. In principe moet je echt een ervaren fotograaf zijn voordat je de straat op gaat. Het ironie is dat de meeste amateurs op straat beginnen en niets anders willen doen omdat ze dat gewend zijn van toerist zijn. Maar om het vak te leren kan je beter beginnen bij stilleven. Om die frustratie op te lossen verkocht ik in 2012 alles wat ik had aan camera’s en kocht een tweedehands digitale middenformaat camera.
Zou je ook naar middenformaat zijn gemigreerd als je film had gesschoten met een Leica?
Ik heb nooit film geschoten met Leica, wat ironisch is aangezien de meeste mensen vanuit film bekend zijn geraakt met het merk. Maar wat wel zo is dat het een meetzoeker met mechanische werking is, en die mechanica met de digitale sensor bij Leica toonden algauw problemen. De emulsielaag van film is veel dikker dan de gevoelige laag van een sensor. Hierdoor krijg je scherpteproblemen omdat de projectieveld van je objectief niet optimaal is. Dus er waren veel problemen met de mechaniek waarvoor je je camera weg moest sturen om dit uit te lijnen. Als je niet de meest moderne objectieven van Leica had dan konden ze je niet eens helpen. Dit vond ik erg irritant. Hierom begrijp ik het ook niet wat Leica doet. Ze komen nu uit met een 40 megapixel camera en je kan hierbij alleen de meest moderne objectieven gebruiken als je consistente resultaat wil behalen. Het duurde een tijd voordat ik doorkreeg dat de probleem niet bij mij, maar bij de camera lag. Wat hierin veel heeft geholpen was de website GetDPI, die een thread had; ‘Fun with Medium Format Pictures’. Hier lieten echt professionele fotografen hun werk zien. Zij gebruikten middenformaat camera’s of technische camera’s met een middenformaat achterwand. Het waren foto’s die zij in hun vrije tijd maakten en hier deelden. Hier kon je echt begrijpen wat de schoonheid van middenformaat is, ondanks dat het op een beeldscherm was. Ik was hier continue door heen aan het scrollen en zo besefte ik dat ik echt mijn eigen werelden moest maken om te fotograferen en dat ik van camera systeem moet veranderen want wat ik gebruikte was gewoon voor mij niet geschikt. Hierom stapte ik over naar middenformaat en sindsdien ben ik gelukkig. Ik gebruik alleen nog maar dit systeem en tegenwoordig ook alleen maar digitaal. Ik had een aantal camera’s met 120 film die 6×9 formaat schoten. Het waren fantastische apparaten. Als je de foto had ontwikkeld was het materiaal zo goed dat we bij een groepsfoto van 60 man nog steeds de gezichten en uitdrukkingen konden zien. Het is nog steeds een heel erg populaire camera op eBay en het stijgt zelfs in prijs schijnbaar op dit moment. Je ziet dat tegenwoordig vaker met interessante camera’s. Ze worden weer gebruikt en er komt meer handel in.
Waar meet je de kwaliteit van dergelijke camera’s dan aan af?
Ja, dat is een interessante onderwerp. Door de stappen wat naar middenformaat hebben geleid begreep ik wat een camera hardwarematig goed maakt en hoe je dat test. Met de Leica nam ik een foto, printte die en werd ongelukkig. Zeker toen ik zag wat er uit een vijftien jaar oude Phase One kwam. Je neemt de foto, past de histogram een beetje aan en de print is gewoon een fantastisch mooie plaat. Voor mij zijn er drie stappen wat je moet nakijken om te bepalen of een camera echt goed is. Stap een is het controleren of één pixel daadwerkelijk één pixel is. Zo kan een pixel, een stip soms opgebouwd zijn uit drie, vier stippen en dat ruïneert je resolutie volledig. Als je kijkt naar de oudste digitale middenformaat camera’s, dan is een pixel echt een pixel. Dat geeft je zo een scherp beeld dat je software matig niet meer hoeft te verscherpen. Zo had ik foto’s van een Phase One camera die echt geen verscherping nodig had voor het printen. Het tweede stap wat je moet doen is om een RAW foto van internet zien te plukken. Op die manier kan je voordat je de camera koopt het beeldmateriaal door een RAW converter halen zodat je weet wat voor een dynamisch bereik je hebt voordat het beeld onnatuurlijk wordt. Zo heb je camera’s met een enorme dynamisch bereik, die echter al na een paar stops onnatuurlijk lijken. Met die net genoemde vijftien jaar oude middenformaat achterwand kan je tot het uiterste van het bereik gaan terwijl het natuurlijk blijft. Het laatste stap is printen. Een goede camera toont zijn ware aard niet op het scherm, maar op papier. Je kan een iPhone foto naast een middenformaat foto zetten en ze zien er zo goed als het zelfde uit op een beeldscherm. Maar als je ze afdrukt dan zie je het enorme verschil. Dan zie je dat 16bits kleurdiepte niet een luxe is maar echt een must als je rigoureus met de foto aan de slag wil in Photoshop en het ook nog een goed resultaat op print wil hebben. Je moet dan echt 16bit hebben, er is geen andere optie. Toen CMOS bij middenformaatcamera’s werd geintroduceerd rond 2015 met de Sony sensoren waren ze nog 14bits. Al is het officieel nog steeds het zelfde sensor, zijn ze tegenwoordig wel 16bit geworden. Je hebt veel rekenkracht nodig voor een CMOS sensor en dat is nu gelukkig opgelost. Een andere voorbeeld die binnenschiet, is toen ik interesse kreeg in de A7 lijn camera’s van Sony. Voor mij was dat weer de eerste full frame camera na de Leica waar ik naar keek. Het was vier jaar nadat die lijn geïntroduceerd was op de markt, dus ik was echt nieuwsgierig. Ik had een RAW foto gekregen en toen ik er mee bezig ging dacht ik dat er iets mis mee was. Het gedroeg zich als een RAW foto uit een compact camera. Je kon er niets mee. Ik besprak het mijn collega’s dat er echt iets mis mee moet zijn want het zou normaal 14bits kleurdiepte moeten hebben. Dat was echt niet te zien. Het brandde in over het hele bereik en het zag er zo kunstmatig uit. Later bleek, wat nu algemeen bekend is, dat er tijdens de RAW conversie veel data verloren gaat. Ze hebben dan ook eigenlijk 11bits plus zeven bit delta nogwat. Ik weet niet wat dat precies inhoudt, maar het is een gigantisch gemis. En met al die testen die je online ziet gaan ze niet in op dit soort dingen. Hoe een pixel daadwerkelijk uitziet, hoe het print of hoe zo een camera zich echt gedraagt bij bijvoorbeeld een rock concert. Zolang ze dat soort dingen niet doen weten ze eigenlijk niet wat voor hardware ze echt voor zich hebben. Zo heb ik ook heel kort een Fuji gehad omdat ik de foto’s op scherm echt fantastisch vond. Maar het printte desastreus. Ik heb ook de correcte RAW converter ervoor gevonden, aangezien ze een speciale sensor opbouw gebruiken. Lightrom had niet de correcte plugin ervoor en zo kreeg je uiteindelijk alsnog onzekere bestandskwaliteit vanuit Adobe. Hierom hoopte ik dat de speciale RAW converters die voor Fuji waren ontwikkeld betere resultaten gaven, maar helaas waren de kleuren op print verschrikkelijk. Kleur vlekken in plaats van een mooie tonaliteit. Het leek net een karikatuur.
Zou het in het technische aspect liggen omdat je meer ruimte per pixel hebt zodat je niet met dergelijke problemen zit?
Ik denk zelf dat het echt in het fabricatie proces zit aangezien de pixel formaat bijna het zelfde blijft. Als je nu een middenformaat camera pakt van vierenveertig a vijftig megapixels en een fullframe van dertig megapixels, de vermenigvuldiging ligt op 1.7x ongeveer als ik het me goed herriner, zou je theoretisch gezien vergelijkbare kwaliteit moeten hebben. Dit is echter niet het geval. Persoonlijk denk ik dat dit deels komt doordat er in de jaren 2000 de sensoren van middenformaat achterwanden door uniek gespecialiseerde bedrijven werd gedaan, zoals Dassa die voor Phase One de sensoren maakte. Zij waren vooral gespecialiseerd in het ontwikkelen van militaire apparatuur, onder andere dus voor beeldregistratie. In die tijd waren de nieuwe digitale ruggen ontzettend duur. Net zo duur als een luxe auto. Tegenwoordig bouwen ze ‘probleemloos’ sensoren voor 5 á 6000 euro die beter zouden zijn dan die oudere modellen. Dat geloof ik niet en hierom denk ik dat het echt loont om zeker tegenwoordig tweedehands digitale middenformaat camera’s te kopen. Zeker als je het echt oude spul koopt en zo een CCD sensor kan krijgen. Als je de omstandigheden in de studio kan controlleren, dan is de kwaliteit is nog steeds belachelijk goed. Hiernaast zijn de Fuji en Hasselblad middenformaat camera nog nooit zo goedkoop geweest. Ja, ze zijn bulky, maar ze geven je een beeldkwaliteit waarbij je op twee bij twee meter kan printen en nog steeds volledige tonaliteit op pixel niveau kan zien als je je neus tegenaandrukt. Dat is echt fantastisch om te zien, zeker als je bedenkt dat je echt maar een fractie van de oorspronkelijke prijs betaalt.
Waardoor is de prijs zo enorm gezakt?
Camera’s die op 22.000 EUR begonnen gaan nu voor 2500 weg, soms nog minder. Als je nu bijvoorbeeld op eBay kijkt zie je dat mensen Hasselblads van 40 á 50 megapixel voor een vaste prijs van 3500 willen verkopen. Ze willen mensen er niet voor laten bidden. Die camera’s blijven vaak ook maanden lang staan omdat niemand dat ervoor wil betalen. Toen ik zelf bood kreeg ik mijn camera voor de helft van dat bedrag. Paar jaar geleden zag je al mensen in tranen schieten toen ze hun camera verkochten. Maar dat is hoe het is. Ik heb ook bewust gekozen om tweedehands te kopen want nieuw was gewoon niet te betalen. Introductieprijzen van 30 á 40.000 euro. Dat zijn idiote prijzen voor privé gebruik. Maar dan zie je dat ze na tien jaar de zelfde camera voor tweeduizend weer verkopen. Dat breekt je hart, zeker als je bedenkt dat je tegelijkertijd veel betere kwaliteit krijgt dan met de moderne full frame toestellen.
We hebben heel technisch gekeken nog, maar wat is de invloed van de camera op je fotografie?
Met een normale camera was ik nooit in staat om een minimalistische foto te vangen die de uitdrukking heeft die ik bedoel. Rond 2013 zag ik bij een boekwinkel in Amsterdam een print van een portret. Het stond gewoon in de vitrine tussen de boeken en ik was gewoon overdonderd door deze foto. Het was zo simplistisch, nee, zo minimalistisch en direct, maar met zo veel emotie. Ik zag die foto en ik wist het. Al heb ik die persoon recht voor me zou ik die foto met mijn oude Leica nooit kunnen maken. Ze springen gewoon van het papier af. Als je met middenformaat schiet dan moet je ook echt leren printen. Het is fantastisch om zulke prints aan je muur te hebben op zo een formaat. Dit soort foto’s hebben een aanwezigheid die ik nooit kon krijgen met een conventionele camera. Een full frame camera geeft je gewoon een foto terwijl een middenformaat camera je de mogelijkheid geeft om de foto te bevrijden. Je kan een stap naar achteren nemen van die print en het je volledig laten absorberen. Ik moet wel zeggen dat middenformaat niet je taal vervangt die je als fotograaf spreekt en het maakt ook geen verhalen voor je. Maar voor mij was het absoluut nodig als medium om mijn taal en verhalen naar mijn publiek over te kunnen dragen. Ik was niet in staat om dit met andere soorten camera’s te bereiken. Het interessante is wel dat het niet van het merk afhangt, Hasselblad werkte net zo goed als de Phase One en net zo goed als met middenformaat film. Als ik mijn Fuji 690’s gebruik en het materiaal scan kan ik het op die zelfde kwaliteit printen. Het was gewoon fantastisch om die foto’s te zien. Ze spraken echt tegen je en het feit dat ze op papier gedrukt waren was niet meer aanwezig. Je werd echt de situatie ingezogen. Bij het Hasselblad systeem gebuikte ik de H1, H2 en de moderne H3D. Maar daar kon ik de film achterwanden niet bij gebruiken. Dus ik pakte terug naar het oudste model waar nog alles mee mogelijk was, je kan daar ook de Phase One achterwanden voor gebruiken, en zo kon ik film schieten die in essentie tweeëneenhalf keer zo groot is als full frame (4.5×6). Eerlijkheidshalve was ik daar wel teleurgesteld in. Dus we waren terug bij wat ik van full frame wist en dat het niet groot genoeg was. Het is wel interessant dat het zelfde formaat sensor wel dat ‘speciale’effect geeft. Ik heb nog geen technische verklaring voor dit, er moet er wel een zijn maar die weet ik nog niet. Ik heb wel van veel fotografen gehoord die zowel digitaal als analoog middenformaat fotograferen, dat het niet op de zelfde manier opschaalt. Digitale full frame kan je niet vergelijken met zes bij zeven of grotere maat film. Het vertaalt niet. Het zit ook echt in de resolutie van film. Je kan het wel uit een middenformaat print halen. Dat komt denk ik echt vanuit de enorme tonaliteit die je hebt met 16bit en die moeiteloze scherpte.
Middenformaat camera’s zijn niet per se de meest mobile systemen, bieden zijn nog ruimte voor spontaniteit in de fotografie?
Ik denk dat met middenformaat als medium het behoorlijk lastig kan zijn om spontaan te zijn. Toegegeven, met het nieuwe systeemcamera versies is daar wel meer ruimte voor, maar met de echte analoge of digitale middenformaat ben je niet echt spontaan bezig. Dit betekent niet dat je niet minder creatief bent, zeker als je kijkt naar wat je op je set kan doen tegenover hoe je met de camera omgaat. Het is echt een verschuiving. Ik weet niet of je deze vorm van spontaniteit bedoelt, maar als het echt om het moment grijpen en situaties zien, wat een belangrijke deel van fotografie is, dan zullen dit soort camera’s je hierin niet ondersteunen. Dit kan echt wel een uitdaging zijn, je ziet hier vaak ook artikelen over, als mensen met technische camera’s met een digitale achterwand proberen rond te rennen. Ze hebben dan een grote logge rugzak, zelfs als ze het volledig afbreken naar de losse componenten van de camera. Het is gewoon zwaar. Als ze ook nog eens landschappen fotograferen moeten ze extra vroeg op pad om op locatie alles op te zetten en dan te wachten op het juiste moment en hopen dat het allemaal goed uitkomt. Nee, voor spontaniteit in die zin van het moment grijpen zijn dit soort middenformaat camera’s niet de juiste gereedschap. Dat is echt het terrein van full frame camera’s.
Foto’s eigendom van Florian Koch