De verhouding tussen een fotograaf en zijn werk is een interessante verhouding. Hoe komt het tot stand en wat gebeurt er nadat het gemaakt is. Met Khio van der Vleuten vervolgden we ons gesprek en gingen we in op die verhouding.
Hoe zouden volgens jou (beginnende) fotografen kunnen groeien in hun foto’s?
Ja, aan de hobbyfotograaf die aan het beginnen zijn; blijf niet hangen in een obsessie voor spullen. Dat zie ik wel vaker gebeuren. Het is een valkuil voor de ontwikkeling als mensen zich heel erg gaan focussen in fotografie op het technisch vlak, maar op het inhoudelijk vlak helemaal achter blijven. Mensen kunnen allerlei spullen kopen en alles proberen uit te dokteren. Ze weten dan alles van camera’s en bepaald technieken, maar weten eigenlijk niet wat ze nou echt willen fotograferen. Dan blijft het in oefeningen zitten. Dat vind ik wel eens jammer hoor. Ik vind dat iedereen wel bijzondere foto’s kan maken, zolang je dat maar dicht bij jezelf houdt. Dat zou ik willen meegeven. Denk nou eens goed na voor jezelf, wat is de waarde van een foto? Ik denk dat er veel mensen rondlopen die fotografie een heel erg leuke hobby en medium vinden en bezig mee zijn met experimenteren en desondanks niet weten wat ze nou echt leuk vinden. Ze fotograferen alles. Maar ga eens opzoek naar wat je zelf interessant vindt om vast te leggen. Wat je nou echt gaaf vindt en stort je dan daar op. Laat het experiment, het techniek en al die andere facetten die bij fotografie horen even liggen. Er zit een limiet aan experimenteren, techniek leren en oefenen. Op een gegeven moment moet je gaan focussen op het vastleggen van wat jij tof vindt en dat echt gaan doen. Een andere iets wat absoluut belangrijk is: kijk naar andere fotografen. Dat heeft mijn wereld zo enorm verbreed. Voordat ik naar de academie ging, kwam al mijn fotografische kennis van forums waar mensen feedback op elkaar gaven. Maar die mensen zitten ook alleen maar op die zelfde forum en hun hele referentie kader is alles wat er op dat forum zit. Nu is dat inmiddels wat verbeterd, want je hebt nu Instagram en dat soort dingen, dus je wordt veel meer gevoed. Maar dat was toen heel beperkt en daardoor bleef mij referentie kader zo goed als nihil. Toen ging ik naar de academie en kreeg ik namen te horen waarvoor ik research moest doen. Ik kreeg fotoboeken te zien en toen realiseerde ik me pas wat fotografie in de geschiedenis heeft betekend. Wat er zoal gemaakt wordt en wat voor takken van sport er zijn en wat voor fotografische en narratieve technieken er zijn. Dat heeft mij enorm veel geholpen. Dus kijk echt goed naar andere fotografen.
Fotografeer wat je zelf wil. Hoe verre is dan zelfkennis belangrijk?
In de eerste instantie niet. Niet voor het vastleggen van. Want iedereen vindt het leuk om foto’s te maken van verjaardag feestjes enzo. Dat doen we ook allemaal al met onze telefoons. Daar hoef je helemaal niet bewust te zijn van jezelf. Maar op een gegeven moment, als je iets met die foto’s wil doen, dan moet je wel bewust zijn van jezelf. Als je die foto’s die je hebt gemaakt – in mijn geval in mijn eigen omgeving – laat zien aan derden. Dat is een hele bewuste keus en dan moet je er goed over nadenken. Zeker oov over waarom je dat laat zien. Het heeft een directe invloed op mensen hun omgeving. Als je persoonlijke en intieme foto’s maakt, en dan bedoel ik niet rare sex gerelateerde dingen ofzo, dat kan het goed zijn dat er een emotie zichtbaar is. Bijvoorbeeld dat iemand huilt al is er iemand jarig of is of dat er een geboorte plaatsvindt. Dat zijn persoonlijk situaties en als je die wil presenteren in een serie of een narratief, dan moet je daar heel bewust mee bezig zijn. Waarom moet ik dit laten zien? Doe je dat uit zelfverheerlijking, omdat je nou zo trotst bent op je eigen serie? Doe je dat omdat je een bepaalde afstand van een situatie wil nemen? Dat je het juist wil tonen dat je zelf afstand van kan doen? Of doe je dat omdat je het verhaal zo prachtig vindt en het de moeite waard vindt om het te vertellen en daardoor de anderen daarmee gaat opzadelen? Op momenten dat je jezelf laat zien, dan moet je echt bewust zijn van jezelf.
Hoeverre hangt die foto vast aan zijn maker, in dit geval jou. Zijn die foto’s echt afhankelijk van jou?
Ja, het liefst zou ik zeggen van wel. Dat zou wel mooi zijn als dat echt zo is. Maar ik realiseer me ook wel dat ik veel naar andere fotografen heb gekeken en daardoor een hele specifieke esthetische voorkeur heb ontwikkeld. Bepaalde dingen vind ik mooi, bepaalde foto’s spreken mij puur aan omdat ik weet in wat voor een tijd of door welke fotograaf het gemaakt is. Dan kan ik het soms al automatisch mooi vinden. Dat is wel een beetje slecht. Dit geldt bijvoorbeeld voor Fukase, of eigenlijk Japanse fotografie in het algemeen. Het spreekt me meteen aan. Als ik iets zie wat daar vandaan lijkt te komen, dan heb ik al automatisch meer interesse in dan in het Europese of Nederlandse documentaire fotografie. Japanse fotografie zit heel dicht op gevoel, en er zit meer absurdisme en surrealisme in. Ik heb het idee dat de Aziatische fotografen zich communicatief veel beter uit kunnen drukken in beeld dan als in persoon, waardoor die gevoelslaag er heel erg sterk in zit. Als ik dat vergelijk met de Nederlandse documentaire fotografie, dan is die heel verhalend en heel erg toegepast vind ik. Heel registratief. Esthetiek en gevoel mogen wel een rol spelen, maar het moet verantwoordbaar zijn. Ik merk heel erg bij Japanse fotografie, Araki bijvoorbeeld, dat die heel erg uitbundig, uitgesproken en krachtig is. Dat merk je in de techniek die er wordt gebruikt, hoge contrasten en een hoog niveau van abstractie erin. Het schreeuwt gewoon. Dat vind ik echt mooi eraan. Dat het meer is en niet ‘van dit is het’; dit is een gebouw uit het oude Sovjet Unie, klaar. Dat is ook mooi, maar die foto die is voor mij esthetisch gezien dan niet direct interessant.
Hoeverre speelt presentatie een rol bij de beleving van foto’s?
Dat is wel belangrijk ja. Je leert allerlei methodes op een academie, waarbij je daar echt over na moet denken. Vorm versus inhoud. De academie vindt het wel heel erg gaaf als je een vorm kiest die conceptueel past bij de inhoud. Dat is heel tof, maar ik kan ook heel erg genieten van klassieke ingelijste foto’s met een mooie passe-partout op een witte muur. Dat vind ik ook heel erg sjiek. Ik hou wel van experimenteren met vorm en ik vind het ook wel interessant om oppervlaktes te zien op muren, met projecties bijvoorbeeld. Maar ik sta open voor alles, het is ook bijzonder als je sculpturen in de ruimte hebt die iets met die fotografie te maken hebben. Eigenlijk heeft de vorm en de ruimte waar je in iets laat zien, het format van eventuele afdrukken en al die facetten het zelfde invloed als tekst. Het stuurt in het manier van hoe je naar het werk moet kijken.
Moet een project steeds op de zelfde manier worden gepresenteerd?
Nee, nee helemaal niet. Natuurlijk niet. Nee, sommige dingen werken goed in een boek. Boeken hebben iets intiems en doen me denken aan familie albums. Dat is het eerste tpye fotoboek wat iedereen ooit ziet. Hoe was ik als klein kind, bij wijze van spreken. Maar aan een muur, via een presentatie, een beamer, een zine of op een poster, dat kan ook allemaal prima. Nee, dat maakt me echt niet uit. Je moet er wel over nadenken. Het moet de boel wel versterken. Als je een heel intiem verhaal hebt, dan vind ik het mooi om het in een boekje te maken. Maar dat kan gelijkertijd een groot boek zijn van maatje A4 of een heel klein boekje zijn van 15×20. Ook dat geeft een bepaalde gevoel aan die foto’s. Kortom, vormt speelt een belangrijke rol, maar dat hoeft zeker niet altijd het zelfde te zijn.
Het moet wel verantwoordbaar zijn?
Niets moet, natuurlijk heb ik anders geleerd op de academie, want daar moet het wel. Daar wordt echt over gepusht. Inmiddels kan ik zeggen dat ik vind dat niets moet. Iedereen is vrij in zijn keus. Het gevolg kan wel zijn dat het minder sterk overkomt. Ik kan me herinneren dat toen ik naar een expo ging met portretten van Rieneke Dijkstra. Goede fotograaf, kan goed portretteren, mooie foto’s, spreekt mij aan. Ze had een expositie in De Pond in Tilburg. Het was een eenheidsworst geworden en het kwam totaal niet over. Het waren allemaal facking grote prints, ongeveer anderhalf meter hoog en allemaal exact op de zelfde hoogte aan een lijn. Veel te veel ook. Het kwam totaal niet over. Dat vond ik een verkeerde keus. Dan denk ik, dit had anders gekund. Licht dan bijvoorbeeld een persoon uit. Maakt het kleiner. We kennen je foto’s wel, zonder te bashen op Rieneke Dijkstra, want respect voor haar en haar werk. We kennen je foto’s, die worden al best wel groot afgedrukt in tijdschriften. Waarom zo groot? Ik had het al vet gevonden als er een contact sheet had gehangen waarbij je kan zien hoe ze stuurt. In plaats van alleen het eindproduct van al die portretten. Ja, dus dat vond ik beetje tegenvallen toen. Dat had anders gekund en dan was het in mijn optiek beter geweest.
Naar je eigen werk kijken, hoeverre zijn er in jouw foto’s een rol voor de toeschouwer? Sta jij vooraan of is die plaats voor de toeschouwers?
Ja, die plek is voor mij. Het klinkt heel suf om te zeggen, maar ik weet niet of die toeschouwer een rol speelt eerlijk gezegd. Ik denk er eigenlijk heel weinig aan. Ik ben wat dat betreft een heel erg slechte gastheer misschien. Maar het is wel met de mentaliteit van; ‘dit is het’. En voor mij is het klaar en klopt het. Wat die toeschouwer ermee doet, het klinkt heel lomp om te zeggen, maar het zal me een worst wezen. Ik toon het gewoon en ik hoop dat ik iets trigger. Het zou leuk zijn als iemand zegt zoals ‘oh wow, ja doet me herinneren aan zus en zo.’ Als je het erover hebt, dan snappen mensen het wel beter. Maar in eerste instantie nee, de toeschouwer heeft geen rol. Het is puur mijn creatie. Als ik iets presenteer, dan klopt het voor mijn gevoel en ik heb dan niet echt een behoefte aan feedback om het nog betere te maken. De toeschouwer bekijkt, that’s it.
Is er wel iets wat je vindt dat de toeschouwer meeneemt?
Nou ja, weet je. Ik hoop wel met de dingen waar ik nu mee fotografeer, dat ik de zelfde gevoel kan triggeren die ik had toen ik oude negatieven zat te kijken van mijn zwager zijn jeugd. Dat vond ik echt zo bijzonder. Dat is zo waardevol als je dat hebt uit je eigen leven. Je kan die situatie niet meer terughalen, maar als je zo naar kan kijken dan ben je daar weer. Ik hoop dat ik iets van dat gevoel los kan weken bij kijkers. Dat zou ik wel mooi vinden, als dat gebeurt ben ik best wel happy.
Een emotionele narratief integreren in het leven van de toeschouwer.
Ja, dat zeg je goed. Facking hell, dan vind ik het wel de moeite waard. Dat gebeurt ook als ik kijk naar andere fotografie die ik heel tof vind. Dat zijn de series waar ik me wel een beetje in herken, of als dat niet zo is, dan wel op een gevoelsmatig niveau iets losmaakt. Iets wat je kent, wat je hebt gezien of hebt meegemaakt. Dat vind ik wel heel bijzonder als dat gebeurt als die intimiteit erin zit.
Alle afbeeldingen zijn eigendom van Khio van der Vleuten
www.kvdv.nl
Instagram: khiovandervleuten