1 – Geniet van het muziek en de optreden!
Je bent er om het concert vast te leggen, en een van de belangrijkste elementen van een concert (of muziek an sich) is om een gevoel, een sensatie over te dragen. Als je je afsluit voor die gevoelswereld, dan is het stuk lastiger om dat goed over te brengen in je foto’s. Dit betekent niet dat je de hele concert uit je plaat moet gaan, maar genieten mag zeker.
2 – Wees dynamisch
Een goed concert is een vergaarbak van geluid, emoties, menselijke momenten, gebaren, energie – het is een absolute performance. Dit betekent dat je zelf niet stoïcijns stil kan gaan zitten. Pas je aan naar het dynamiek van de voorstelling, zoek de hoeken waar op dat moment het visueel interessant is, waar kracht te vinden is. Een rule of thumb is: je hebt drie nummers om de concert samen te vatten, alles daarna is een bonus.
3 – Wees brutaal en vriendelijk
Tijdens een concert ben jij bezig om te registreren, je bent aan het werk . In tegenstelling tot de andere crew leden sta jij tussen het publiek en als het even meezit ook nog eens vooraan. Dit betekent dat je continue bezig bent met sociale interacties. Dit is dan zowel met het publiek als met de artiesten. Als je op een leuke manier brutaal kan zijn komt dat je foto’s en ook de ervaring alleen ten goede. Dus storm niet als een stier naar de front row, excuseer je als je tussen mensen door moet wringen, blijft niet als een malloot in beeld staan. Kijk ook naar de interactie met het artiest, zeker bij kleine podia of front row situaties. Zij zien ook wel dat je bezig bent en als ze merken dat je ook serieus fotografeert en openstaat voor interactie kan het gebeuren dat ze ook even naar de camera zullen spelen. It’s all part of the show 😉
4 – Leer met (stage) lights werken
Een concert wordt nagenoeg altijd vergezeld door een lichtshow voor het publiek. Dit is hartstikke leuk voor de sfeer, maar voor de foto’s kan het uitdagend zijn. Wees niet zo een eikel die dan zijn flitser gaat gebruiken, je verpest het alleen maar voor iedereen. Het artiest wordt nog meer verblindt, het publiek heeft alleen last van je en je foto’s worden er ook niet beter op. Leer hierom werken met het licht. Zoek de sweet spots uit waar die voor jou ook werken in plaats van alleen maar erop te zeiken. Zo kan je de daadwerkelijke sfeer weergeven en krijg je foto’s die leven in plaats van flets zijn.
P.S.: ja, je kan flitsers wel gebruiken… mits je dat op een intelligente en daadwerkelijk functionele manier doet. Zo installeer ik mijn eigen flitsers tussen de aanwezige lichten als dat kan, of overleg ik met de venue wat mogelijk is. Op die manier is de overlast zeer minimaal aangezien het nu een onderdeel is van de show. Opzet flitsers zijn ook bruikbaar, maar dan moet je het ook op de juiste manier gebruiken in plaats van lukraak vol uit de zaal in te knallen. Kijk in ieder geval na wat mogelijk is, zo zijn er ook podia die je gelijk eruit gooien als je flitsers gebruikt.
5 – Publiek gaat voor!
Volgens mij komt het al redelijk door bij de bovenstaande punten, maar voor de goede orde: ‘Wat je ook doet, hou in de gaten dat het publiek voorrang heeft’. Zij betalen goed geld om de show te zien, dus wees ze zo minimaal mogelijk tot last. Ja, je beweegt door het publiek heen, ja je staat vaak vooraan, maar doe dit beschaafd. Ga niet met brede rug pontificaal hoog staan voor de duur van de hele show. Probeer bijvoorbeeld onder hun zichtlijn door te bewegen en gewoon leuk mee te doen.
