Het objectief die je gebruik bepaalt enorm veel in je foto, zo ook hoe bijvoorbeeld een persoon uit zal zien. Dit heeft te maken met vervorming en beeldcompressie.
Hoe langer het objectief, hogere brandpuntsafstand, hoe veel meer de verschillende elementen worden samengedrukt. Deze compressie zorgt ervoor dat objecten er natuurlijker uit zullen zien. Het heeft ook erg veel invloed op de perceptie van de ruimte om je onderwerp heen. Niet alleen hoeveel je hiervan zal zien als je de foto op de zelfde afstand maakt, maar ook hoe groot de afstand tussen de objecten zullen zijn.
Bijf fish-eye en groothoek objectieven zie je een zeer duidelijke vertekening van het gezicht en de vormen. Het model lijkt ook een paar kilo te zijn aangekomen.
Tussen de 50mm en 100mm wordt vaak als het bereik voor portret aangehaald. Het is beter om eerder richting de de 100mm te gaan, want dan krijgt het gezicht zijn normale vormen terug en is de uitstraling een stuk aantrekkelijker.
Bij tele bereiken krijgt je steeds meer compressie, waarbij het gezicht steeds platter wordt. Echt lange tele kan ook gebruikt worden om flexibeler om te kunnen gaan met de ruimte, zo kan je voor een groepsportret de personen wat verder achter elkaar zetten en met een tele objectief laten lijken alsof ze vlak achter elkaar staan.
